1<chapter id="uml-basics"> 2<title 3>Grondbeginselen van &UML;</title> 4<sect1 id="about-uml"> 5<title 6>Over &UML; ...</title> 7<para 8>Dit hoofdstuk geeft u snel een overzicht van de grondbeginselen van &UML;. Houdt u voor ogen dat dit geen allesomvattende studie is over &UML; maar veeleer een korte inleiding in &UML; die men kan lezen als een basiscursus &UML;. Wilt u meer te weten komen over de Unified Modelling Language, of in bredere zin over software-analyse en -ontwerp, raadpleeg dan een van de vele boeken die over dit onderwerp voorhanden zijn. Er zijn ook een groot aantal cursussen op het Internet voorhanden, waarmee u een goede start kunt maken. </para> 9 10<para 11>De Unified Modelling Language (&UML;) is een taal om diagrammen te maken of een notatiewijze om modellen van objectgeoriënteerde softwaresystemem te specificeren, te visualiseren en te documenteren. &UML; is geen ontwikkelmethode, d.w.z. het vertelt u niet wat u eerst moet doen en wat daarna, of hoe u uw systeem moet ontwerpen, maar het helpt u om uw systeem te visualiseren en te communiceren met anderen. &UML; staat onder toezicht van de Object Management Group (<acronym 12>OMG</acronym 13>) en is de industriestandaard voor het grafisch weergeven van software. </para> 14<para 15>&UML; is gemaakt voor het ontwerpen van objectgeoriënteerde software en heeft beperkt nut voor andere programmeerparadigma's. </para> 16<para 17>&UML; is opgebouwd uit vele modelelementen die de verschillende delen van een softwaresysteem vertegenwoordigen. De &UML;-elementen worden gebruikt om diagrammen te maken, die een bepaald deel of een gezichtspunt van een systeem voorstellen. De volgende soorten diagrammen worden ondersteund door &umbrello;: </para> 18 19<itemizedlist> 20 21<listitem 22><para 23><emphasis 24><link linkend="use-case-diagram" 25>use case diagrammen</link 26></emphasis 27> tonen actoren (mensen of andere gebruikers van het systeem), use cases (de scenario's wanneer zij het systeem gebruiken), en hun relaties</para 28> </listitem> 29 30<listitem 31><para 32><emphasis 33><link linkend="class-diagram" 34>Klassediagrammen</link 35></emphasis 36> tonen klassen en hun onderlinge relaties</para 37> </listitem> 38 39<listitem 40><para 41><emphasis 42><link linkend="sequence-diagram" 43>Volgordediagrammen</link 44></emphasis 45> tonen objecten en een volgorde van methode-aanroepen die zij doen naar andere objecten.</para 46> </listitem> 47 48<listitem 49><para 50><emphasis 51><link linkend="collaboration-diagram" 52>Collaboratiediagrammen</link 53></emphasis 54> tonen objecten en hun relaties, met nadruk op de objecten die deelnemen aan de berichtenuitwisseling</para> 55</listitem> 56 57<listitem 58><para 59><emphasis 60><link linkend="state-diagram" 61>Toestandsdiagrammen</link 62></emphasis 63> tonen toestanden, toestandsveranderingen en gebeurtenissen van een object of een deel van het systeem</para 64> </listitem> 65 66<listitem 67><para 68><emphasis 69><link linkend="activity-diagram" 70>Activiteitsdiagrammen</link 71></emphasis 72> tonen activiteiten en de overgang van de ene activiteit naar de andere samen met de gebeurtenissen die in een bepaald deel van het systeem optreden</para 73></listitem> 74 75<listitem 76><para 77><emphasis 78><link linkend="component-diagram" 79>Componentdiagrammen</link 80></emphasis 81> tonen programmacomponenten op het hoogste niveau (zoals bijv. KParts of Java Beans).</para 82></listitem> 83 84<listitem 85><para 86><emphasis 87><link linkend="deployment-diagram" 88>Deploymentdiagrammen</link 89></emphasis 90> tonen de instanties van de componenten en hun relaties.</para 91></listitem 92> 93 94<listitem 95><para 96><emphasis 97><link linkend="entity-relationship-diagram" 98>Entiteitsrelatie-diagrammen</link 99></emphasis 100> tonen gegevens en de relaties en beperkingen tussen de gegevens.</para 101></listitem 102> 103 104</itemizedlist> 105 106</sect1 107> <!-- about-uml --> 108 109<sect1 id="uml-elements" 110> 111<title 112>&UML;-elementen</title> 113<sect2 id="use-case-diagram"> 114<title 115>Use case diagram</title> 116<para 117>Use case-diagrammen beschrijven de relaties en afhankelijkheden tussen een groep van <emphasis 118>use cases</emphasis 119> en de actoren die deelnemen aan het proces.</para> 120<para 121>Belangrijk om op te merken is dat use case-diagrammen niet geschikt zijn om het ontwerp te representeren, en niet het inwendige van een systeem kunnen beschrijven. Use case-diagrammen zijn bedoeld om de communicatie met de toekomstige gebruikers van een systeem, en met de klant, te vergemakkelijken, en zijn in het bijzonder behulpzaam bij het vaststellen van welke benodigde kenmerken een systeem moet hebben. Use case diagrammen vertellen <emphasis 122>wat</emphasis 123> het systeem moet doen maar specificeren niet — en kunnen dat ook niet — <emphasis 124>hoe</emphasis 125> dit gerealiseerd moet worden.</para> 126<para> 127<screenshot> 128<screeninfo 129>Een voorbeeld van een use case-diagram.</screeninfo> 130 <mediaobject> 131 <imageobject> 132 <imagedata fileref="use-case-diagram.png" format="PNG"/> 133 </imageobject> 134 <textobject> 135 <phrase 136>&umbrello; toont een use case-diagram</phrase> 137 </textobject> 138 <caption> 139 <para 140>&umbrello; toont een use case-diagram </para> 141 </caption> 142 </mediaobject> 143</screenshot> 144</para> 145<sect3 id="use-case"> 146<title 147>Use case</title> 148<para 149>Een <emphasis 150>use case</emphasis 151> beschrijft — vanuit het standpunt van de actoren — a groep activiteiten in een systeem die een concreet, tastbaar resultaat oplevert.</para> 152<para 153>Use cases zijn beschrijvingen van kenmerkende interacties tussen de gebruikers van een systeem en het systeem zelf. Zij representeren de externe interface van het systeem en specificeren een soort pakket van eisen diehet systeem moet uitvoeren (onthoud: alleen wat, niet hoe). </para> 154<para 155>Bij het werken met use cases is het belangrijk om enkele eenvoudige regels in acht te nemen: <itemizedlist> 156 <listitem 157><para 158>Iedere use case is gerelateerd aan tenminste één actor</para 159></listitem> 160 <listitem 161><para 162>Iedere use case heeft een initiator (&ie; een actor)</para 163></listitem> 164 <listitem 165><para 166>Iedere use case leidt tot een relevant resultaat (een resultaat met <quote 167>waarde</quote 168>)</para> 169 </listitem> 170 </itemizedlist> 171</para> 172<para 173>Use cases kunnen ook relaties met andere use cases hebben. De drie meest karakteristieke relaties tussen use cases zijn:</para> 174<itemizedlist> 175<listitem 176><para 177><emphasis 178><<include>></emphasis 179> geeft aan dat een use case zich <emphasis 180>binnen</emphasis 181> een andere use case afspeelt</para 182></listitem> 183<listitem 184><para 185><emphasis 186><<extends>></emphasis 187> geeft aan dat in bepaalde situaties, of op een zeker moment (ook wel het uitbreidingspunt genoemd) een use case uitgebreid zal worden met een andere.</para 188></listitem> 189<listitem 190><para 191><emphasis 192>Generalisatie</emphasis 193> geeft aan dat een use case de karakteristieken erft van de <quote 194>super</quote 195>-use case, en sommige ervan kan herdefiniëren of nieuwe kan toevoegen, op eenzelfde wijze als bij de overerving bij klassen het geval is. </para> 196</listitem> 197</itemizedlist> 198</sect3> 199<sect3 id="actor"> 200<title 201>Acteur</title> 202<para 203>Een actor is een externe entiteit (buiten het systeem) die samenwerkt met het systeem door deelname aan (en veelal door initiëren van) een use case. In de dagelijkse werkelijkheid kunnen actoren mensen zijn (bijvoorbeeld gebruikers van een systeem), andere computersystemen of externe gebeurtenissen. </para> 204<para 205>Actoren representeren niet de <emphasis 206>fysieke</emphasis 207> mensen of systemen, maar hun <emphasis 208>rol</emphasis 209>. Dit impliceert dat als een persoon met het systeem samenwerkt op verschillende manieren (hij meet zich verschillende rollen aan) hij door meerdere actoren voorgesteld zal worden. Bijvoorbeeld een persoon die telefonische klantenondersteuning geeft en orders invoert van de klant in het systeem, voorgesteld wordt door een actor <quote 210>afdeling ondersteuning</quote 211> en een actor <quote 212>afdeling verkoop</quote 213> </para> 214</sect3> 215<sect3 id="use-case-description"> 216<title 217>Use case-omschrijving</title> 218<para 219>Use case-omschrijvingen zijn textuele verhandelingen van de use case. Zij nemen gewoonlijk de de vorm van een aantekening of een document aan dat op een bepaalde manier gekoppeld is aan de use case, en de processen of activiteiten die in de use case plaatsvinden, nader toelicht. </para> 220</sect3> 221</sect2 222> <!-- use-case-diagram --> 223 224<sect2 id="class-diagram"> 225<title 226>Klassediagram</title> 227<para 228>Klassediagrammen tonen de verschillende klassen waaruit het systeem is gemaakt, en hoe zij aan elkaar gerelateerd zijn. Van klassediagrammen zegt men dat zij <quote 229>statische</quote 230> diagrammen zijn omdat zij weliswaar de klassen weergeven, samen met hun methoden en attributen, alsmede de statische relaties tussen hen (i.e. welke klassen <quote 231>hebben weet</quote 232> van welke klassen of welke klassen <quote 233>maken deel uit</quote 234> van een andere klasse), maar niet de methode-aanroepen tussen hen onderlingweergeven. </para> 235<para> 236<screenshot> 237<screeninfo 238>Een voorbeeld van een klassediagram</screeninfo> 239 <mediaobject> 240 <imageobject> 241 <imagedata fileref="class-diagram.png" format="PNG"/> 242 </imageobject> 243 <textobject> 244 <phrase 245>&umbrello; toont een klassediagram</phrase> 246 </textobject> 247 <caption> 248 <para 249>&umbrello; toont een klassediagram </para> 250 </caption> 251 </mediaobject> 252</screenshot> 253</para> 254<sect3 id="class"> 255<title 256>Klasse</title> 257<para 258>Een klasse definieert de attributes en de methoden van een set objecten. Alle objecten die van deze klasse afgeleid zijn (instanties van deze klasse) hebben eenzelfde gedrag, en hebben overeenkomstige verzamelingen met attributen (ieder object heeft zijn eigen set). I.p.v. klasse wordt ook wet de term <quote 259>type</quote 260> gebezigd, maar het moet nadrukkelijk gesteld worden dat deze twee niet identiek zijn, type is een algemenere term. </para> 261<para 262>In &UML;, worden klassen door rechthoeken gerepresenteerd, met de naam van de klasse; hierin kunnen ook de attributen en operaties van de klasse weergegeven worden in twee andere <quote 263>vakken</quote 264> binnen de rechthoek. </para> 265<para> 266<screenshot> 267<screeninfo 268>Een klasse in &UML;</screeninfo> 269 <mediaobject> 270 <imageobject> 271 <imagedata fileref="class.png" format="PNG"/> 272 </imageobject> 273 <textobject> 274 <phrase 275>Visuele representatie van een klasse in &UML;</phrase> 276 </textobject> 277 <caption> 278 <para 279>Visuele representatie van een klasse in &UML; </para> 280 </caption> 281 </mediaobject> 282</screenshot> 283</para> 284<sect4 id="attribute"> 285<title 286>Attributen</title> 287<para 288>In &UML;, worden attributen minsten met hun naam weergegeven, maar ook kunnen hun type, beginwaarde en andere eigenschappen weergegeven worden. Attributen kunnen ook worden getoond met hun zichbaarheid: </para> 289<itemizedlist> 290<listitem 291><para 292><literal 293>+</literal 294> staat voor <emphasis 295>public</emphasis 296> attributen</para 297></listitem> 298<listitem 299><para 300><literal 301>#</literal 302> staat voor <emphasis 303>protected</emphasis 304> attributen</para 305></listitem> 306<listitem 307><para 308><literal 309>-</literal 310> staat voor <emphasis 311>private</emphasis 312> attributen</para 313></listitem> 314</itemizedlist> 315</sect4> 316<sect4 id="operation"> 317<title 318>Operaties</title> 319<para 320>Operaties (methoden) worden eveneens met minstens hun naam getoond; Ook zij kunnen hun parameters en return typen tonen. Operaties kunnen, net als attributen, hun zichtbaarheid weergeven: <itemizedlist> 321<listitem 322><para 323><literal 324>+</literal 325> staat voor <emphasis 326>public</emphasis 327> operaties</para 328></listitem> 329<listitem 330><para 331><literal 332>#</literal 333> staat voor <emphasis 334>protected</emphasis 335> operaties</para 336></listitem> 337<listitem 338><para 339><literal 340>-</literal 341> staat voor <emphasis 342>private</emphasis 343> operaties</para 344></listitem> 345</itemizedlist> 346</para> 347</sect4> 348 349<sect4 id="templates"> 350<title 351>Sjablonen</title> 352<para 353>Klassen kunnen sjablonen hebben, een waarde die gebruikt wordt voor een niet gespecificeerde klasse of type. Het sjabloontype wordt gespecificeerd wanneer de klasse geïnstantieerd wordt (&ie; een object wordt aangemaakt). Sjablonen komen voor in modern C++ en zullen in Java 1.5 geïntroduceerd worden onder de naam generics. </para> 354</sect4> 355</sect3> 356 357<sect3 id="class-associations"> 358<title 359>Klassenassociaties</title> 360<para 361>Klassen kunnen op verschillende wijze aan elkaar gerelateerd zijn (met elkaar geassocieerd zijn):</para> 362<sect4 id="generalization"> 363<title 364>Generalisatie</title> 365<para 366>Overerving is een van de fundamentele concepten van objectgeoriënteerdprogrammeren, waarbij een klasse <quote 367>toegang krijgt tot</quote 368> (bijna) alle attributen en operaties van de klasse waar het van erft en sommige ervan opnieuw kan implementeren (overriding), alsook meer attributen en operaties van zichzelf kan toevoegen.</para> 369<para 370>In &UML;, plaatst een <emphasis 371>generalisatie</emphasis 372>-associatie tussen twee klassen hen in een hiërarchie die het concept van overerving van een afgeleide klasse van een basisklasse representeert. In &UML;, worden generalizaties weergegeven door een lijn, die de twee klassen met elkaar verbindt, met een pijlpunt aan de kant van de basisklasse. <screenshot> 373<screeninfo 374>Generalisatie</screeninfo> 375 <mediaobject> 376 <imageobject> 377 <imagedata fileref="generalization.png" format="PNG"/> 378 </imageobject> 379 <textobject> 380 <phrase 381>Visuele representatie van een generalisatie in &UML;</phrase> 382 </textobject> 383 <caption> 384 <para 385>Visuele representatie van een generalisatie in &UML; </para> 386 </caption> 387 </mediaobject> 388</screenshot> 389</para> 390</sect4> 391 392<sect4 id="uml-associations"> 393<title 394>Associaties</title> 395<para 396>Een associatie vertegenwoordigt een relatie tussen klassen, en voorziet in de gemeenschappelijke semantiek en structuur voor vele soorten<quote 397>connecties</quote 398> tussen objecten.</para> 399<para 400>Associaties zijn het mechanisme dat objecten in staat stelt met elkaar te communiceren. Het beschrijft de connectie tussen verschillende klassen (de connectie tussen de eigenlijke objecten noemt men een objectconnectie, of <emphasis 401>link</emphasis 402>). </para> 403<para 404>Associaties kunnen een rol hebben die het doel van de associatie specificeert en zowel uni- als bi-directioneel zijn (dit geeft aan of de twee objecten die een relatie hebben, berichten naar elkaar kunnen sturen, of dat slechts één van hen weet heeft van de ander). Ieder uiteinde van de associatie heeft ook een multipliciteit, die oplegt hoeveel objecten aan deze kant van de associatie gerelateerd kunen zijn aan telkens een object aan de andere kant. </para> 405<para 406>In &UML;, worden associaties weergegeven als lijnen, die de klassen die aan de relatie deelnemen, met elkaar verbinden. Hierbij kan ook de rol en de multipliciteit van elk van de deelnemers worden getoond. De multipliciteit wordt afgebeeld als een bereik [min..max] van niet-negative waarden. Een asterisk (<literal 407>*</literal 408>) aan de maximumkant geeft oneindig weer. <screenshot> 409<screeninfo 410>&UML;-associatie</screeninfo> 411 <mediaobject> 412 <imageobject> 413 <imagedata fileref="association.png" format="PNG"/> 414 </imageobject> 415 <textobject> 416 <phrase 417>Visuele representatie van een associatie in &UML;</phrase> 418 </textobject> 419 <caption> 420 <para 421>Visuele representatie van een associatie in &UML; </para> 422 </caption> 423 </mediaobject> 424</screenshot> 425</para> 426</sect4> 427 428<sect4 id="aggregation"> 429<title 430>Aggregatie</title> 431<para 432>Aggregaties zijn een speciaal type associaties waarin de twee deelnemende klassen geen gelijkwaardige status hebben, maar een <quote 433>geheel-deel</quote 434> relatie vormen. Een aggregatie beschrijft hoe de klasse die de rol van geheel heeft, samengesteld wordt uit de andere klassen, die de rol van deel hebben. Voor aggregaties heeft de klasse die optreedt als geheel, altijd de multipliciteit één. </para> 435<para 436>In &UML;, worden aggregaties gerepresenteerd door een associatie die een ruit heeft aan de kant van het geheel. <screenshot> 437<screeninfo 438>Aggregatie</screeninfo> 439 <mediaobject> 440 <imageobject> 441 <imagedata fileref="aggregation.png" format="PNG"/> 442 </imageobject> 443 <textobject> 444 <phrase 445>Visuele representatie van een aggregatie-relatie in &UML;</phrase> 446 </textobject> 447 <caption> 448 <para 449>Visuele representatie van een aggregatie-relatie in &UML; </para> 450 </caption> 451 </mediaobject> 452</screenshot> 453</para> 454</sect4> 455<sect4 id="composition"> 456<title 457>Compositie</title> 458<para 459>Composities zijn associaties die <emphasis 460>zeer sterke</emphasis 461> aggregaties vertegenwoordigen. Dit betekent dat composities evengoed geheel-deel relaties vormen, maar de relatie is zo sterk dat de delen niet op zichzelf kunnen bestaan. Zij bestaan slechts binnen het geheel, en als het geheel vernietigd wordt, gaan de delen er ook aan.</para> 462<para 463>In &UML;, worden composities gerepresenteerd door een gekleurde ruit aan de kant van het geheel. </para> 464<para 465><screenshot> 466<screeninfo 467>Compositie</screeninfo> 468 <mediaobject> 469 <imageobject> 470 <imagedata fileref="composition.png" format="PNG"/> 471 </imageobject> 472 <textobject> 473 <phrase 474>Visuele representatie van een compositie-relatie in &UML;</phrase> 475 </textobject> 476 </mediaobject> 477</screenshot 478></para> 479</sect4> 480</sect3 481> <!--class-associations--> 482 483<sect3 id="other-class-diagram-items"> 484<title 485>Andere klassediagram-onderdelen</title> 486<para 487>Klassediagrammen kunnen verscheidene andere onderdelen bevatten naast klassen.</para> 488<sect4 id="interfaces"> 489<title 490>Interfaces</title> 491<para 492>Interfaces zijn abstracte klassen, wat wil zeggen dat instanties niet direct uit hen gemaakt kunnen worden. Zij kunnen operaties bevatten maar geen attributen. Klassen kunnen overerven van interfaces (via een realisatie-associatie) en pas dan kunnen instanties van deze diagrammen gemaakt worden.</para> 493<!-- FIXME screenshot --> 494</sect4> 495<sect4 id="datatype"> 496<title 497>Gegevenstypen</title> 498<para 499>Gegevenstypen zijn primitieven die normaal gesproken ingebouwd zijn in een programmeertaal. Bekende voorbeelden zijn integers en booleans. Zij kunnen geen relatie met klassen hebben, maar klassen kunnen wel een relatie met hen hebben.</para> 500<!-- FIXME screenshot --> 501</sect4> 502<sect4 id="enum"> 503<title 504>Enumeraties</title> 505<para 506>Enumeratie is een eenvoudige lijst met waarden. Een typisch voorbeeld is een enumeratie voor de dagen van de week. De keuzemogelijkheden binnen een enumeratie noemt men enumeratieconstanten. Evenals gegevenstypen kunnen zij geen relatie met klassen hebben, maar klassen kunnen wel een relatie met hen hebben.</para> 507<!-- FIXME screenshot --> 508</sect4> 509<sect4 id="package"> 510<title 511>Pakketten</title> 512<para 513>Pakketten vertegenwoordigen een naamruimte in een programmeertaal. In een diagram worden zij gebruikt om delen van een systeem te representeren, die meer dan één klasse, wellicht zelfs honderden klassen, kunnen bevatten.</para> 514<!-- FIXME screenshot --> 515</sect4> 516</sect3> 517 518</sect2 519> <!-- class diagram --> 520 521<sect2 id="sequence-diagram"> 522<title 523>Volgordediagrammen</title> 524 525<para 526>Volgordediagrammen geven de berichtenuitwisseling weer (&ie; methode-aanroep) tussen verscheidene objecten in een specifieke tijd-begrensde situatie. Objecten zijn instanties van klasses. Volgordediagrammen leggen speciale nadruk op de volgorde waarin en de tijdstippen waarop de berichten naar de objecten verstuurd worden.</para> 527 528<para 529>In volgordediagrammen worden objecten gerepresenteerd door vertikale onderbroken lijnen, met de naam van het object bovenaan. De tijd-as loopt ook verticaal, en neemt toe naar beneden, zodat berichten verstuurd worden van het ene object naar de nadere in de vorm van pijlen met de namen van de operatie en de parameters erbij. </para> 530 531<!-- FIXME update screenshot to show synchronous messages --> 532<screenshot> 533<screeninfo 534>Volgordediagram</screeninfo> 535 <mediaobject> 536 <imageobject> 537 <imagedata fileref="sequence-diagram.png" format="PNG"/> 538 </imageobject> 539 <textobject> 540 <phrase 541>&umbrello; toont een volgordediagram</phrase> 542 </textobject> 543 <caption> 544 <para 545>&umbrello; toont een volgordediagram </para> 546 </caption> 547 </mediaobject> 548</screenshot> 549 550<para 551>Berichten kunnen ofwel synchroon zijn, het normale type bericht aanroep waarbij de besturing wordt doorgegeven aan het aangeroepen object totdat de betreffende methode voleindigd is, of asynchroon, waarbij de besturing direct weer teruggeven wordt aan het aanroepende object. Synchrone berichten hebben een verticaal kader aan de kant van het aangeroepen object om het verloop van de programmabesturing te laten zien.</para> 552</sect2 553> <!-- sequence diagrams --> 554 555<sect2 id="collaboration-diagram"> 556<title 557>Collaboratiediagrammen</title> 558 559<para 560>Collaboratiediagrammen laten de interacties zien die plaatsvinden tussen objects die participeren in een specifieke situatie. Dit is min of meer dezelfde informatie als weergegeven bij volgordediagrammen maar daar valt de nadruk op hoe de interacties plaats vinden in de tijd, terwijl bij Collaboratiediagrammen de relaties tussen de objecten en hun topologie op de voorgrond treden.</para> 561 562<para 563>In collaboratiediagrammen worden berichten die van het ene object naar het andere worden gestuurd, voorgesteld door pijlen, waarbij de naam van het bericht, de parameters, en de bericht-volgorde, weergegeven wordt. Collaboratiediagrammen zijn bij uitstek geschikt om een specifiek programma-verloop of situatie weer te geven, en zijn een van de beste diagramtypen om snel een process in de programmalogica te demonstreren of toe te lichten. </para> 564 565<screenshot> 566<screeninfo 567>Collaboratie</screeninfo> 568 <mediaobject> 569 <imageobject> 570 <imagedata fileref="collaboration-diagram.png" format="PNG"/> 571 </imageobject> 572 <textobject> 573 <phrase 574>&umbrello; toont een collaboratiediagram</phrase> 575 </textobject> 576 <caption> 577 <para 578>&umbrello; toont een collaboratiediagram </para> 579 </caption> 580 </mediaobject> 581</screenshot> 582 583</sect2 584> <!-- collaboration diagrams --> 585 586<sect2 id="state-diagram"> 587<title 588>Toestandsdiagram</title> 589<para 590>Toestandsdiagrammen geven de verschillende toestanden van een object weer gedurende zijn bestaan, en de stimuli, die er voor zorgen dat het object zijn toestand wijzigt. </para 591> 592<para 593>Toestandsdiagrammen kijken naar objecten als <emphasis 594>toestandsmachines</emphasis 595> of eindige automaten, die in een van een set eindige toestanden kunnen verkeren en hun toestand kunnen veranderen middels een van een eindige set stimuli. Bijvoorbeeld een object van het type <emphasis 596>NetServer</emphasis 597> kan in een van de volgende toestanden voorkomen tijdens zijn bestaan: </para> 598<itemizedlist> 599<listitem 600><para 601>Klaar</para 602></listitem> 603<listitem 604><para 605>Luisterend</para 606></listitem> 607<listitem 608><para 609>Werkend</para 610></listitem> 611<listitem 612><para 613>Gestopt</para 614></listitem> 615</itemizedlist> 616<para 617>en de gebeurtenissen die ervoor kunnen zorgen dat het object van toestand verandert, zijn</para> 618<itemizedlist> 619<listitem 620><para 621>Object is aangemaakt</para 622></listitem> 623<listitem 624><para 625>Object ontvangt bericht "luisteren"</para 626></listitem> 627<listitem 628><para 629>Een cliënt vraagt een verbinding aan over het netwerk</para 630></listitem> 631<listitem 632><para 633>Een cliënt beëindigt een aanvraag</para 634></listitem> 635<listitem 636><para 637>De aanvraag is uitgevoerd en beëindigd</para 638></listitem> 639<listitem 640><para 641>Object ontvangt bericht "stoppen"</para 642></listitem> 643<listitem 644><para 645>etc</para 646></listitem> 647</itemizedlist> 648<para> 649<screenshot> 650<screeninfo 651>Toestandsdiagram</screeninfo> 652 <mediaobject> 653 <imageobject> 654 <imagedata fileref="state-diagram.png" format="PNG"/> 655 </imageobject> 656 <textobject> 657 <phrase 658>&umbrello; toont een toestandsdiagram</phrase> 659 </textobject> 660 <caption> 661 <para 662>&umbrello; toont een toestandsdiagram </para> 663 </caption> 664 </mediaobject> 665</screenshot> 666</para> 667<sect3 id="state"> 668<title 669>Toestand</title> 670<para 671>Toestanden zijn bouwstenen voor toestandsdiagrammen. Een toestand hoort bij exact één klasse en vertegenwoordigt een opsomming van waarden die de attributen van een klasse kunnen aannemen. Een &UML;-toestand beschrijft de interne toestand van een object van een bepaalde klasse </para 672> 673<para 674>Merk op dat niet iedere verandering in een van de attributen van een object door een toestand gerepresenteerd dient te worden, maar slechts die veranderingen die significant de werking van het object kunnen beïnvloeden</para> 675<para 676>Er zijn twee bijzondere toestandstypen: begin en eind. Zij zijn bijzonder omdat er geen gebeurtenis bestaat die ervoor kan zorgen dat een object terugkeert naar zijn begin-toestand, evenals er geen gebeurtenis bestaat die mogelijkerwijs een object uit zijn eind-toestand kan halen, wanneer het die eenmaal bereikt heeft. </para> 677</sect3> 678 679</sect2 680> <!-- state diagrams --> 681 682<sect2 id="activity-diagram"> 683<title 684>Activiteitsdiagram</title> 685<para 686>Activiteitsdiagrammen beschrijven de volgorde van aktiviteiten in een systeem net behulp van activiteiten. Aktiviteitsdiagrammen zijn een bijzondere vorm van toestandsdiagrammen, die alleen (of voornamelijk) aktiviteiten bevatten. </para> 687<para> 688<screenshot> 689<screeninfo 690>Een voorbeeld van een activiteitsdiagram.</screeninfo> 691 <mediaobject> 692 <imageobject> 693 <imagedata fileref="activity-diagram.png" format="PNG"/> 694 </imageobject> 695 <textobject> 696 <phrase 697>&umbrello; toont een activiteitsdiagram</phrase> 698 </textobject> 699 <caption> 700 <para 701>&umbrello; toont een activiteitsdiagram </para> 702 </caption> 703 </mediaobject> 704</screenshot> 705</para> 706<para 707>Activiteitsdiagrammen zijn vergelijkbaar met procedurele fluxdiagrammen, met dit verschil dat alle aktiviteiten duidelijk gekoppeld zijn aan objecten.</para> 708 709<para 710>Activiteitsdiagrammen worden altijd geassocieerd met een <emphasis 711>klasse</emphasis 712>, een <emphasis 713>operatie</emphasis 714> of een <emphasis 715>use case</emphasis 716>.</para> 717 718<para 719>Aktiviteitsdiagrammen ondersteunen zowel sequentiële als parallelle activiteiten. Parallelle uitvoering wordt gerepresenteerd m.b.v. pictogrammen voor afsplitsen/wachten, en voor de parallel verlopende activiteiten, is het niet van belang in welke volgorde zij worden uitgevoerd (zij kunnen tegelijkertijd uitgevoerd worden, of na elkaar)</para> 720<sect3 id="activity"> 721<title 722>Activiteit</title> 723<para 724>Een activiteit is een enkele stap in een process. Een activiteit is een toestand in het systeem met interne activiteit en, ten minste, één uitgaande transitie. Activiteiten kunnen ook meer dan een uitgaande transitie bezitten als zij verschillende voorwaarden hebben. </para 725> 726<para 727>Activiteiten kunnen hiërarchieën vormen, dit wil zeggen dat een activiteit samengesteld kan zijn uit meerdere <quote 728>detail</quote 729>-activiteiten, in welk geval de in- en uitgaande transities zouden moeten overeenstemmen met de in- en uitgaande transities van het detaildiagram. </para> 730 731</sect3> 732</sect2 733> <!-- activity diagram --> 734 735<sect2 id="helper-elements"> 736<title 737>Hulpelementen</title> 738<para 739>Er zijn een paar elementen in &UML; die geen reële semantische waarde voor het model, maar helpen bij het verhelderen van delen van het diagram. Deze elementen zijn </para> 740<itemizedlist> 741<listitem 742><para 743>Tekstregels</para 744></listitem> 745<listitem 746><para 747>Notities en ankers</para 748></listitem> 749<listitem 750><para 751>Vakken</para 752></listitem> 753</itemizedlist 754> 755<para 756>Tekstregels zijn nuttig om korte tekstuele informatie aan een diagram toe te voegen. Het is vrijstaande tekst en heeft geen betekenis voor het model zelf. </para 757> 758 759<para 760>Notities zijn nuttig om meer gedetailleerde informatie over een object of een specifieke situatie toe te voegen. Zij hebben het grote voordeel dat notities aan &UML;-elementen verankerd kunnen worden om te laten zien dat de notitie tot een specifiek object of situatie <quote 761>behoort</quote 762>. </para> 763 764<para 765>Vakken zijn vrijstaande rechthoeken die gebruikt kunnen worden om groepen onderdelen samen te voegen en zo de diagrammen leesbaarder te maken. Zij hebben geen logische betekenis voor het model.</para> 766 767<!-- FIXME, screenshot --> 768</sect2 769> <!-- helper elements --> 770 771<sect2 id="component-diagram"> 772<title 773>Componentdiagrammen</title> 774<para 775>Componentdiagrammen tonen de softwarecomponenten (ofwel component technologieën zoals KParts, CORBA-componenten of Java Beans ofwelsecties uit het systeem die duidelijk te onderscheiden zijn) en de artefacten waaruit zij gemaakt zijn zoals broncodebestanden, programmabibliotheken en relationele databasetabellen.</para> 776 777<para 778>Componenten kunnen interfaces bezitten (&ie; abstracte klassen met operaties) die associaties tussen componenten toelaten.</para> 779</sect2> 780 781<sect2 id="deployment-diagram"> 782<title 783>Deploymentdiagrammen</title> 784 785<para 786>Deploymentdiagrammen tonen de "runtime" componentinstanties en hun associaties. Zij omvatten nodes, die fysieke resources zijn, in het typische geval een enkele computer. Zij tonen ook interfaces en objecten (instanties van klassen).</para> 787 788</sect2> 789 790<sect2 id="entity-relationship-diagram"> 791<title 792>Entiteitsrelatie-diagrammen</title> 793 794<para 795>Entity Relationship Diagrams (ER Diagrams) tonen het conceptuele ontwerp van database-toepassingen. Zij laten de verschillende entiteiten (concepten) in het informatiesysteem zien en de bestaande relaties en randvoorwaarden ertussen. Een extensie van Entity Relationship Diagrams genaamd 'Extended Entity Relationship Diagrams' of 'Enhanced Entity Relationship Diagrams' (EER), worden gebruikt om object georiënteerde ontwerptechnieken mee te nemen in ER Diagrams. </para 796> 797<para> 798<screenshot> 799<screeninfo 800>Een voorbeeld van een entiteitrelatiediagram.</screeninfo> 801 <mediaobject> 802 <imageobject> 803 <imagedata fileref="entity-relationship-diagram.png" format="PNG"/> 804 </imageobject> 805 <textobject> 806 <phrase 807>Umbrello toont een Entiteitrelatiediagram</phrase> 808 </textobject> 809 <caption> 810 <para 811>Umbrello toont een entiteitrelatiediagram </para> 812 </caption> 813 </mediaobject> 814</screenshot> 815</para> 816<sect3 id="entity"> 817<title 818>Entiteit</title> 819<para 820>Een <emphasis 821>Entiteit</emphasis 822> is elk concept in de echte wereld met een onafhankelijk bestaan. Het kan een object zijn dat fysiek bestaat (voorbeeld, computer, robot) of het kan een object zijn met een conceptueel bestaan (bijv.: universitaire cursus). Elke entiteit heeft een set attributen die de eigenschappen van de entiteit beschrijven.</para> 823<para 824><emphasis 825>Opmerking:</emphasis 826> Er bestaat geen standaard notatie voor het weergeven van ER-diagrammen. Verschillende teksten over dit onderwerp gebruiken verschillende notaties. De concepten en notaties voor EER-diagrammen die in Umbrello worden gebruikt komen uit het volgende boek : <emphasis 827>Elmasri R. and Navathe S. (2004). Fundamentals of Database Systems 4th edn. Addison Wesley</emphasis 828> </para> 829<para 830>In een ER-diagram worden entiteiten door rechthoeken gerepresenteerd, met de naam van de entiteit bovenaan. Hierin kunnen ook de attributen van de eintiteit in een andere <quote 831>vak</quote 832> binnen de rechthoek. </para> 833<para> 834<screenshot> 835<screeninfo 836>Een entiteit in een ER-diagram;</screeninfo> 837 <mediaobject> 838 <imageobject> 839 <imagedata fileref="entity.png" format="PNG"/> 840 </imageobject> 841 <textobject> 842 <phrase 843>Visuele representatie van een entiteit in een ER-diagram</phrase> 844 </textobject> 845 <caption> 846 <para 847>Visuele representatie van een entiteit in een ER-diagram </para> 848 </caption> 849 </mediaobject> 850</screenshot> 851</para> 852<sect4 id="entity-attribute"> 853<title 854>Entiteitattributen</title> 855<para 856>In ER-diagrammen, worden entiteitattributen getoond met hun naam in een apart vak van de entiteit waarbij hij behoort. </para> 857</sect4> 858<sect4 id="constraint"> 859<title 860>Voorwaarden</title> 861<para 862>Voorwaarden in ER-diagramen specificeren de voorwaarden van gegevens in het informatieschema. </para> 863<para 864>Er zijn vier typen ondersteunde voorwaarden in Umbrello : <itemizedlist> 865 <listitem> 866 <para 867><emphasis 868>Primaire sleutel:</emphasis 869> De set attributen gedeclareerd als <emphasis 870>primaire sleutel</emphasis 871> zijn uniek voor de entiteit. Er kan maar één primaire sleutel in een entiteit zitten en geen van attributen die er onderdeel van zijn kan NULL zijn. </para> 872</listitem> 873 <listitem> 874 <para 875><emphasis 876>Unieke sleutel:</emphasis 877> De set attributen gedeclareerd als <emphasis 878>uniek</emphasis 879> zijn uniek voor de entiteit. Er kunnen vele unieke voorwaarden aan een entiteit hangen. Zijn attributen die er onderdeel van zijn kunnen NULL zijn. Unieke sleutels en primaire sleutels identificeren een rij in een tabel ( entiteit )</para> 880 </listitem> 881 <listitem> 882 <para 883><emphasis 884>Vreemde sleutel:</emphasis 885> Een vreemde sleutel is een referentie voorwaarde tussen twee tabellen. De vreemde sleutel identificeert een kolom of een set kolommen in één (verwijzende) tabel die verwijst naar een kolom of set kolommen in een andere (verwijzende) tabel. De kolommen in de verwijzende tabel moeten een primaire sleutel of unieke sleutel vormen. </para> 886 </listitem> 887 <listitem> 888 <para 889><emphasis 890>Controle voorwaarde:</emphasis 891> Een controle voorwaarde (ook bekend als tabel controle voorwaarde) is een voorwaarde die geldige gegevens definieert bij het toevoegen of bijwerken van een item in een tabel van een relationele database. Een controle voorwaarde wordt toegepast op elke rij in de tabel. De voorwaarde moet een voorspellend zijn. Het kan refereren naar een enkele of meerdere kolommen van de tabel. </para> 892 <para 893>Voorbeeld: prijs 894>= 0 </para> 895 </listitem> 896 </itemizedlist> 897</para> 898</sect4> 899</sect3> 900</sect2> 901<sect2 id="extended-entity-relationship-concepts"> 902<title 903>Concepten van Extended Entiteitrelatie-(EER)-diagram</title> 904<sect3 id="specialization"> 905<title 906>Specialisatie</title> 907<para 908>Specialisatie is een manier om nieuwe entiteiten te vormen met gebruik van entiteiten die al gedefinieerd zijn. De nieuwe entiteiten, bekend als afgeleide entiteiten, nemen over (of erven) attributen van de vooraf-bestaande entiteiten, waarnaar gerefereerd wordt als basis entiteiten . Het is bedoeld om bestaande gegevens met weinig of geen modificatie.</para> 909<para 910>In Umbrello, men kan losse en overlappende specialisatie</para> 911 <sect4 id="disjoint-specialization"> 912 <title 913>Losse specialisatie</title> 914 <para 915>Disjoint Specialization (niet verbonden specialisatie) specificeert dat de subclasses van de specialisatie niet verbonden zijn. Dit betekent dat een entiteit een lid kan zijn van ten hoogste één van de afgeleide entiteiten van de specialisatie</para> 916 <para> 917 <screenshot> 918 <screeninfo 919>Entiteiten die deelnemen in losse specialisatie</screeninfo> 920 <mediaobject> 921 <imageobject> 922 <imagedata fileref="disjoint-specialization.png" format="PNG"/> 923 </imageobject> 924 <textobject> 925 <phrase 926>Visuele representatie van losse specialisatie in EER-diagram</phrase> 927 </textobject> 928 <caption> 929 <para 930>Visuele representatie van losse specialisatie in EER-diagram </para> 931 </caption> 932 </mediaobject> 933 </screenshot> 934 </para> 935 </sect4> 936 <sect4 id="overlapping-specialization"> 937 <title 938>Overlappende specialisatie</title> 939 <para 940>Wanneer de afgeleide entiteiten niet voorwaarde bezitten om niet verbonden te zijn, dan betekent dat dat hun set entiteiten zich in overlappende specialisatie bevinden. Dit betekent dat dezelfde entiteit in de echte wereld lid kan zijn van meer dan één afgeleide entiteit van de specialisatie</para> 941 <para> 942 <screenshot> 943 <screeninfo 944>Entiteiten die deelnemen in overlappende specialisatie</screeninfo> 945 <mediaobject> 946 <imageobject> 947 <imagedata fileref="overlapping-specialization.png" format="PNG"/> 948 </imageobject> 949 <textobject> 950 <phrase 951>Visuele representatie van overlappende specialisatie in EER-diagram</phrase> 952 </textobject> 953 <caption> 954 <para 955>Visuele representatie van overlappende specialisatie in EER-diagram </para> 956 </caption> 957 </mediaobject> 958 </screenshot> 959 </para> 960 </sect4> 961 <sect4 id="category"> 962 963 <title 964>Categorie</title> 965 <para 966>Een afgeleide entiteit behoort tot een <emphasis 967>Categorie</emphasis 968> wanneer het een verzameling objecten representeert die een subset zijn van vereniging van de onderscheidende entiteitstypen. Een categorie wordt gemodelleerd wanneer het nodig is voor een enkele superclass/subclass relatie met meer dan één superclass, waar de superclasses verschillende entiteitstypen vertegenwoordigt. (Lijkt erg op overerving in object georiënteerd programmeren). </para> 969 <para> 970 <screenshot> 971 <screeninfo 972>Entiteiten die deelnemen in categorierelatie</screeninfo> 973 <mediaobject> 974 <imageobject> 975 <imagedata fileref="category.png" format="PNG"/> 976 </imageobject> 977 <textobject> 978 <phrase 979>Visuele representatie van een categorie in EER-diagram</phrase> 980 </textobject> 981 <caption> 982 <para 983>Visuele representatie van een categorie in EER-diagram</para> 984 </caption> 985 </mediaobject> 986 </screenshot> 987 </para> 988 </sect4> 989 990</sect3> 991</sect2> 992 993</sect1 994> 995</chapter> 996